Dit van oorsprong witgepleisterde gebouw aan de Wüstelaan was vroeger een koetshuis, dat deel uitmaakte van het eertijds veel grotere landgoed Spaarnberg, in bezit van Adriaan van de Hoop, een gefortuneerd bankier. Hij was paardenliefhebber. Een stal annex koetshuis bezat hij in eerste instantie nog niet.
In 1829 kocht hij in Haarlem een fraai grachtenpand met bijbehorende gebouwen, waaronder een koetshuis.
Welnu, Adriaan liet het koetshuis afbreken en via Spaarne, Jan Gijsenvaart en Delft overbrengen naar Spaarnberg, waar het weer steen voor steen werd opgebouwd.
Dit koetshuis bood plaats aan tien paarden, waarmee hij wedstrijden reed op zijn eigen dichtbijgelegen harddraversbaan (nu de Harddraverslaan).
Rond 1950 kwam het landgoed met bovengenoemd koetshuis in bezit van de Witte Paters. In het koetshuis, deels tot woning verbouwd, vonden enkele verstandelijk beperkte werknemers een onderkomen. Een deel werd ingericht als Afrikamuseum.
In 1988 werd het huis verkocht en door de nieuwe eigenaar grondig verbouwd, waardoor het oorspronkelijke karakter verloren ging.
Tekst: Jos Diekstra
Foto: Florian van der Horst