Visie van “Stichting Santpoort”

Binnenduinrand Santpoort

Visie op landschap, cultuurhistorie en dorpskarakter van Santpoort

Binnenduinrand: hoge kwaliteit, grote afwisseling


Het landschap van Santpoort is het resultaat van samenspel van natuurlijke elementen (zoals reliëf, water, bodem, flora en fauna) en menselijke beïnvloeding (zoals bewoning, grondgebruik, verkaveling en infrastructuur) door de eeuwen heen. Het maakt deel uit van het grotere geheel van de waardevolle Binnenduinrand. In de Binnenduinrand zijn drie hoofd zones te onderscheiden die zich van noord naar zuid uitstrekken: de kust- en duinen zone, de zone van het ‘landschappelijk
mozaïek’ van open gebieden, bossen, buitenplaatsen en villawijken en de zone van de dorpskernen met zijn overgangen en verbindingen naar het landelijk gebied. In en rond Santpoort zijn deze landschappelijke hoofdzones goed herkenbaar.

Vooral de hoofdzone van het ‘landschappelijk mozaïek’ is voor Santpoort kenmerkend, door de hoge kwaliteit en de grote afwisseling. De rijke historie is goed beleefbaar. Bebouwing en omgeving zijn vaak met elkaar verweven o.a. door zichtlijnen. Het landschap vormt een aantrekkelijk woonmilieu, de kernen hebben een eigen karakteristiek en de bereikbaarheid is goed o.a. door de spoorlijn. Er is veel (natuurlijk) groen binnen de kernen, van belang voor welzijn en welbevinden en voor het klimaat in de bebouwde omgeving. Stichting Santpoort wil deze kwaliteiten behouden, versterken en verder ontwikkelen. De stichting ziet in in het concept-Ontwikkelperspectief Binnenduinrand een waardevol
toekomstbeeld voor de Binnenduinrand en een toetsingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen.*)

Heldere overgang van woonkern naar omgeving.

De stichting zet zich ervoor in dat kernen in het groen ingebed blijven liggen en niet aan elkaar groeien. Open ruimten worden behouden en versterkt. Behoud van openheid gaat vóór nieuwe ontwikkelingen. Landschappelijke kwaliteit van open gebieden wordt geborgd door een mix van rendabele agrarische bedrijfsvoering, recreatieve terreinen (zoals sportvelden en volkstuinen) en water-, ecologische en recreatieve netwerken. Daarmee ontstaan waardevolle groene oost-west-verbindingszones.

Grote opgaven/kansen zijn herstel en versterking van de open ruimten van het tuinbouwgebied Santpoort/Driehuis en aan de oostzijde bij De Weijman/Spaarnberg – Verdolven landen/Slaperdijk. In de open gebieden wordt rommeligheid opgeruimd bv. verpaarding beter inpassen en/of terugdringen. Niet te vermijden bebouwing en infrastructuur worden landschappelijk beter ingepast, bijvoorbeeld met hagen, houtwallen of erfbeplanting. Rommelige en diffuse dorps- en stadsranden worden verbeterd. Dit zorgt voor een heldere overgang van kern naar omgeving. Plaatselijk kan het landschap meer de woonwijk worden ingetrokken en beter ontworpen (bv. Groene Scheg richting Burg. Weertsplantsoen).

Cultureel erfgoed als inspiratiebron bij planvorming

Cultuurhistorische waarden zijn volop aanwezig. Of het nu gaat om buitenplaatsen, het duinrellenblekerijen landschap, het tuinbouwgebied, de Ruïne van Brederode, monumentale gebouwen als boerderijen en herbergen of om oude structuren van wegen, waterlopen en hagen. Monumenten zijn zichtbare getuigen van onze cultuurhistorie. Ze kunnen niet los gezien worden van de omgeving. Monumentenzorg moet dus niet alleen objectgericht, maar ook gebiedsgericht zijn. Stichting Santpoort pleit ervoor dat er met zorg wordt omgegaan met de ruimtelijke context van
monumenten. Bij ruimtelijke ontwikkelingen of aanpassingen wordt aangehaakt bij historische verkaveling, structuren (wegen, lanen, waterlopen e.d.) en elementen, waardoor deze beter zichtbaar kunnen worden gemaakt. Dit geldt ook voor reconstructies van wegen zoals de
Brederoodseweg en de Wüstelaan.

De relatie tussen cultuurhistorie en nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen moet versterkt worden. Het gaat niet alleen om behoud van cultureel erfgoed, maar ook om ontwikkeling zonder dat de wezenlijke kwaliteiten van dit erfgoed worden geschaad. Bovendien kan het cultureel erfgoed dienen als inspiratiebron bij ruimtelijke planvorming. Stichting Santpoort vindt dat cultureel erfgoed een prominente plek verdient bij ruimtelijke afwegingen waar gevestigde belangen (projectontwikkelaar, bouwer, belegger) traditioneel goed behartigd worden.

Karakter, belevingswaarde en (recreatieve) gebruikswaarde van historische buitenplaatsen en parken worden versterkt. Dat vraagt ook om duurzaam beheer met duidelijke keuzes voor cultuurhistorische c.q. ecologische waarden, vastgelegd in beheerplannen. Panorama’s en zichtlijnen zijn van grote waarde voor de beleving, ze zijn ook zeer kwetsbaar. Belangrijk is om bestaande panorama’s en zichtlijnen veilig te stellen en zonodig te herstellen. Bij verbetering van de open gebieden zijn wellicht ook nieuwe zichtlijnen te maken.

Eigen karakteristiek van de kernen versterken

De identiteit van de kernen is sterk bepaald door historisch-geografische, sociale en economische ontwikkelingen. Deze is terug te vinden in o.a. bebouwings- en wegenstructuren, stedebouw en architectuur. Voorbeelden zijn het dorpsbeeld rond de molen De Zandhaas, Bosbeekschool, station
Santpoort-Noord en de Wüstelaan met omgeving. De eigen karakteristiek van de kernen wordt behouden en versterkt. Het gaat daarbij niet alleen om aandacht voor de kwaliteit van architectuur en historische omgeving, ook aspecten als rust, woonmilieu, veiligheid, voorzieningen, zorg en sociaal klimaat zijn bepalend voor het ‘dorpskarakter’.

In de Structuurvisie 2025 Velsen wordt de ambitie uitgesproken om de diversiteit aan karakteristieke metropolitane woonmilieus in Velsen te behouden en zoveel mogelijk te versterken. Voor Santpoort gaat het om het landelijk-dorpse model. Dit heeft gevolgen voor de hoogte en de intensiteit van de bebouwing. Voor Santpoort geldt in principe maximaal drie bouwlagen en een minder intensieve tot extensieve bebouwing. Bouwen binnen bestaande wijken acht Stichting Santpoort mogelijk, mits de
karakteristiek van de kern of buurt (‘dorps karakter’) niet wordt aangetast en het groene karakter voldoende aanwezig blijft. Bepalend voor het groene karakter zijn bijvoorbeeld groene enclaves (zoals de Groene Scheg en de Groene Long), laanbeplantingen en de boom- en bosrijke omgeving in
villawijken. De stichting is daarbij voorstander van het werken met beeldkwaliteitsplannen.

De aanwezigheid van de spoorlijn wordt benut door groene poorten bij stations te ontwikkelen als entree naar het duingebied én de open binnenduinrand. Waar mogelijk wordt bijgedragen aan een robuust en herkenbaar watersysteem. Mogelijkheden om schoon duinwater langer vast te houden worden benut. Veel historische waterlopen hebben van oudsher steile oevers, die gehandhaafd blijven. Elders kunnen natuurvriendelijke oevers van waterlopen en een aangepast maaibeheer van bermen de kwaliteit van landschap en natuur vergroten. Het recreatief netwerk wordt verder vervolmaakt, waarbij de mogelijkheden voor de beleving van het landschap wordt versterkt vgl. Schoterkerkpad.

*) Het concept-Ontwikkelperspectief Binnenduinrand (2017) is opgesteld door provincie Noord-Holland en de gemeenten Velsen, Haarlem, Bloemendaal, Haarlemmerliede & Spaarnwoude, Heemstede en Zandvoort in samenwerking met diverse betrokken organisaties zoals Natuurmonumenten, Rijnland, LTO en Stichting Santpoort. Het Ontwikkelperspectief betreft het gebied dat begrensd wordt door het Noordzeekanaal in het noorden en de grens met provincie Zuid-Holland in het zuiden en door de Noordzeekust in het westen en het Spaarne in het oosten.