De Haarlemse burgemeester Johan Gijssen van Blanckevoort kreeg in 1537 toestemming “een vaert te moogen maeken” vanaf de duinen door de heerlijkheid Brederode tot aan de Delft en verder over Jan Gijssens eigen land tot het Spaarne. De vaart werd gebruikt voor het vervoer van duinzand, vandaar de oude naam Jan Gijsenzandvaart. Het zand uit de binnenduinrand werd per schuit vervoerd naar Haarlem en Amsterdam voor stadsuitbreidingen. De vaart werd een paar keer verlengd tot aan de gemeentegrens van Bloemendaal. Langs de vaart vestigden zich blekerijen. Grote duinwellen zorgden voor volle beken schoon water voor het bleekproces. Men legde bleekvelden aan waarop speciaal gras groeide zodat het linnen goed kon drogen. De straatnaam Blekersveld verwijst naar deze activiteiten.
Rond 1850 waren de meeste blekerijen verdwenen. Er stonden 28 huizen en er woonden 270 mensen van wie de meesten werkten bij een van de vijf overgebleven blekerijen, o.a. Garenvreugd dat tot 1938 heeft gefunctioneerd en gelegen was aan de zuid/westkant van de Bloemendaalsestraatweg. De vaart liep langs het in 1872 gebouwde woonhuis Bloemdendaalsestraatweg 123. Men loosde het vuile water op de vaart, zodat de algemene benaming voor de Jan Gijzenvaart De Stinkerd werd. Vanwege de stankoverlast werd de vaart begin 20’ste eeuw gedempt tot aan de spoorlijn.
Tekst: Pim Boer
Foto: Tialda Willems